6 minuten leestijd
Hoe kinderen leren omgaan met hun emoties
Kinderen ervaren, net als volwassenen, de hele dag door emoties. Er zijn fijne emoties zoals blijheid, enthousiasme of trots, maar ook minder aangename emoties zoals angst, boosheid of teleurstelling. Vooral het omgaan met de lastige negatieve emoties kan een uitdaging zijn.
Het effectief omgaan met emoties en dat omzetten in sociaal geaccepteerd gedrag noem je ook wel emotieregulatie. Als kinderen goed leren om hun emoties te reguleren, kunnen zij hun gedrag beter beheersen en kunnen zij zich beter redden in sociale situaties.
Huilen als eerste reactie
Als kinderen stress ervaren is huilen eigenlijk het belangrijkste mechanisme om die spanning en bijbehorende emoties te ontladen. Een kind gebruikt dit mechanisme al vanaf het moment van de geboorte.
Onthoud dat jonge kinderen echt nog hulp en steun nodig bij het omgaan met hun emoties, want hun vaardigheden op dit vlak zijn nog niet volledig ontwikkeld. Zij kunnen overweldigd raken door intense emoties.
Window of Tolerance
Hoe dat proces van overweldigd raken precies in elkaar zit, kun jij wellicht beter begrijpen vanuit de theorie van Siegel (1999) over de Window of Tolerance, oftwel het spanningsraam. Dit raamwerk geeft de mate aan waarin iemand stress goed aan kan en zijn emoties weet te beheersen.
Gedurende de dag kunnen de emoties van kinderen (en volwassenen) nog variëren van gefrustreerd naar blij. Vaak vallen die emoties nog wel binnen zijn spanningsraam en weet een kind goed om te gaan met de gevoelens en het gedrag aan te passen aan de sociale situatie.
Zodra een kind echter door een bepaalde gebeurtenis zoveel stress ervaart dat het buiten het spanningsraam raakt, komen in het lichaam allerlei stresshormonen vrij. Het kind kan dan niet meer goed nadenken, verliest de grip op het reguleren van de emoties en begint hard te huilen of wordt enorm driftig.
Het ene kind is sneller ‘uit het raampje’ dan het andere. Met andere woorden: niet elk kind heeft een even groot raam. Of het raampje wat groter of wat kleiner is, hangt af van de biologische/genetische achtergrond, het temperament, de opvoeding, de gebeurtenissen die het meemaakt en de steunfiguren die wel of niet om het kind heen zijn.
Hoe help jij een kind als het ‘uit het raampje’ is?
De eerste stap is al gezet! Want nu weet jij dat het heftige gedrag komt doordat het ‘uit het raampje’ schiet en niet meer goed kan nadenken of voor rede vatbaar is. Hierdoor heb jij hopelijk meer begrip voor jouw kind, zie jij het niet alleen als negatief gedrag en kun jij tegelijkertijd liefdevol naar jouw kind als persoon blijven kijken en in verbinding blijven.
Verder kun jij jouw kind helpen om strategieën te leren om met deze emoties om te gaan. Denk bijvoorbeeld aan ademhalingsoefeningen, het doen van kalmerende activiteiten of het zoeken naar steun van volwassenen door bijvoorbeeld even te knuffelen.
Ook kun jij jouw kind aanleren om een rustig plekje op te zoeken als hij of zij overstuur is. Met minder prikkels om zich heen heeft het even de tijd en ruimte om de emoties tot rust te laten komen en voorbij te laten gaan.
En als een kind weer wat rustiger is, kun jij jouw kind ook helpen door de emoties die het heeft ervaren te benoemen en er zo woorden aan te geven. Dit helpt jouw kind om de volgende keer de emoties sneller te herkennen en er beter op te anticiperen.
Co-regulatie
Een specifieke vorm van hulp die jij aan jouw gestreste kind kan geven is co-regulatie. Bij die techniek ‘leent’ jouw gestreste kind als het ware jouw kalme zenuwstelsel om zelf ook weer rustig te worden.
Omdat emoties uit fysieke reacties in het lichaam bestaan en dit lichaam ook weer beïnvloed wordt door prikkels van buitenaf, zal het gestreste lichaam van het kind bij co-regulatie de fysieke reactie afstemmen op het rustige lichaam van de ouder. Zo wordt jouw kind (en de emotionele reactie in het lichaam) weer rustig als jijzelf ook rustig bent.
Om een goede co-regulatie aan jouw kind te kunnen bieden, is het dus ook belangrijk dat jij zelf kalm blijft en binnen jouw window of tolerance zit. Dus vraag jezelf vooral af hoe het met jouw eigen spanningsraam staat. Ben jij zelf in balans? Is jouw ademhaling rustig en kun jij nog goed nadenken als jij onder spanning komt?
Of merk jij dat jij moe bent en overprikkeld raakt door jouw huilende kind? Is jouw lontje toch korter dan jij dacht door bijvoorbeeld stress op jouw werk? In dat geval is zelfzorg cruciaal om jouw lichaam en geest weer in balans te krijgen en jouw spanningsraam optimaal te laten functioneren.
Doe regelmatig een ontspanningsoefening, praat met jouw familie en vrienden over de stress die jij ervaart, ga na een goede work-out lekker vroeg naar bed en doe vooral een beroep op ondersteuning van de mensen om jouw heen. Met de juiste zelfzorg geef jij niet alleen het goede voorbeeld aan jouw kind, maar kun jij ook nog de co-regulatie aan jouw kind bieden als hij of zij dat zo hard nodig heeft. Dus zorg goed voor jezelf, daar heeft jouw kind het meeste aan.